Het lijkt misschien simpel om een statutair directeur te ontslaan, maar er zijn enkele belangrijke valkuilen die ondernemers moeten vermijden. Een statutair bestuurder heeft namelijk een andere (rechts)positie dan een ''normale'' werknemer.
Hier zijn de drie meest voorkomende problemen bij het ontslag van een statutair bestuurder en hoe je die kunt voorkomen.
1. De directeur is geen statutair bestuurder
Niet elke 'directeur' is automatisch een statutair bestuurder. Sommige werknemers hebben alleen een titel als directeur, zonder dat ze officieel als bestuurder zijn benoemd. Het ontslagproces voor een statutair bestuurder geldt alleen als iemand echt als bestuurder staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel én als er een geldig benoemingsbesluit is.
Tip: Controleer altijd het Handelsregister én het benoemingsbesluit om zeker te weten dat de persoon een statutair bestuurder is.
2. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) is niet correct georganiseerd
Voor het ontslag van een statutair bestuurder moet de AVA aan een aantal formele regels voldoen. De uitnodiging voor de AVA moet op tijd worden verstuurd en de agenda moet duidelijk vermelden dat het ontslag wordt besproken. Als hier fouten worden gemaakt, kan het ontslag ongeldig zijn.
Tip: Volg de statuten en zorg dat de AVA op de juiste manier wordt georganiseerd, inclusief een duidelijke agenda.
3. De bestuurder krijgt geen kans om gehoord te worden
De statutair bestuurder heeft het recht om zijn mening te geven over het voorgenomen ontslag. Als dit hoorrecht niet wordt gerespecteerd, kan de bestuurder het ontslag later aanvechten. Dit kan leiden tot lange juridische procedures.
Tip: Zorg dat het hoorrecht wordt gerespecteerd en dat er tijd is voor overleg voordat het besluit wordt genomen.